Het landschap rondom het Prinsenlaantje Het landschap rondom het Prinsenlaantje is een half open weilandgebied, met lange smalle kavels, die oorspronkelijk overal gescheiden werden door houtsingels met veel elzen. De lange kavels zijn ontstaan doordat er veen is afgegraven in de gouden eeuw ten behoeve van de kachels van de sterk groeiende stad Amsterdam. Van deze elzensingels is in de loop van de jaren veel verdwenen. Volgens oude kaarten was er rond 1885 ongeveer 145 kilometer houtsingel, die als veekering diende. Doordat er in het gebied kleinschalige boerenbedrijven bestaan, zijn er restanten van deze singels bewaard gebleven, meestal nabij de boerderijen. Het gebied ten oosten van het Prinsenlaantje heeft nog de best bewaard gebleven singels, waarvan er enkele goed onderhouden worden. Hier en daar zijn knotwilgen bijgeplant, waardoor de singels weer wat oorspronkelijk karakter terugkrijgen. Langs het Prinsenlaantje, dat in wezen bestaat uit twee forse houtsingels, is ruim 10 jaar geleden een aantal drinkpoelen aangelegd om de aanwezige padden, ringslangen en watersalamanders weer wat leefruimte te geven.